Statines verhogen kans op diabetes

Onderzoek aan de Kuopio Universiteit van Finland wijst uit dat het gebruik van synthetische statines bij mannen de kans op diabetes met maar liefst 46% verhoogt. Gebruik van de bekende cholesterolverlagers blijkt de insulinegevoeligheid te verlagen en de insulineproductie op te voeren.

Synthetische statines diabetogeen

Een groep van in totaal 8749 mannen zonder diabetes werd gedurende 6 jaar gevolgd. De deelnemers die statines gebruikten bleken na verloop van tijd een 46% grotere kans te hebben op diabetes. Bovendien ging de insulinegevoeligheid bij deze groep omlaag met 24% en de insulineproductie omhoog met 12%. De onderzoekers concluderen dat deze veranderingen in de insulinehuishouding verantwoordelijk zijn voor het sterk verhoogde risico. Het risico was dosisafhankelijk voor simvastatine en atorvastatine: hoe meer werd ingenomen, hoe hoger het risico.

Natuurlijke statines bijwerkingsarm

Niet alle statines vertoonden een sterk diabetogeen effect. Uit het onderzoek komt bijvoorbeeld licht naar voren dat lovastatine en pravastatine het risico op diabetes niet aanmerkelijk verhoogden, hetgeen ook in eerder onderzoek is bevestigd. De laatstgenoemde statines zijn natuurlijke fermentatieproducten van bacteriën (pravastatine) en rode gistrijst (lovastatine). Het is verleidelijk om hun bijwerkingsarme werking toe te schrijven aan hun natuurlijke oorsprong. Hierover treedt het onderzoek helaas niet in detail.

Bronnen

  1. Cederberg H, Stančáková A, Yaluri N, Modi S, Kuusisto J, Laakso M., Increased risk of diabetes with statin treatment is associated with impaired insulin sensitivity and insuline secretion: a 6 year follow-up study of the METSIM cohort, Diabetologia. 2015 May;58(5):1109-17.
  2. Navarese EP, Buffon A, Andreotti F, Kozinski M, Welton N, Fabiszak T, Caputo S, Grzesk G, Kubica A, Swiatkiewicz I, Sukiennik A, Kelm M, De Servi S, Kubica J.,Meta-analysis of impact of different types and doses of statins on new-onset diabetes mellitus, Am J Cardiol. 2013 Apr 15;111(8):1123-30.

Delen:

On Key

Gerelateerde Blogs

De vitamine D-paradox: wat ze je niet vertellen over cholecalciferol

Kernidee
Het essay onderzoekt de paradox dat vitamine D3 (cholecalciferol) enerzijds wordt gepresenteerd als een essentiële voedingsstof en bewezen gezondheidsvoordelen heeft, maar anderzijds ook het werkzame bestanddeel van rattengif is en in veiligheidsdocumenten wordt geclassificeerd als dodelijk toxisch. Het doel van de tekst is deze schijnbare tegenstelling te begrijpen en de lezer aan te zetten kritisch na te denken over supplementen, voeding en gezondheidsclaims.
________________________________________
Hoofdpunten per thema
1. De paradox
• Studies tonen voordelen: minder progressie bij multiple sclerose, lagere kankersterfte, betere uitkomsten op de IC.
• Tegelijkertijd: rattengif werkt via exact dezelfde molecule (cholecalciferol).
• De auteur stelt: of dit is een extreem voorbeeld van “de dosis maakt het gif”, of er ontbreekt fundamentele kennis.
2. De zaak tegen vitamine D
• Veiligheidsinformatiebladen van farmaceuten melden: “dodelijk bij inslikken”.
• Werkingsmechanisme toxiciteit: hypercalciëmie → verkalking, nierschade, hartfalen.
• Productieproces: industrieel, vanuit lanoline (schapenwolvet) behandeld met benzeen, chloroform en bestraling.
• Bijwerkingen: ontregeling van mineralenbalans, uitputting van magnesium, mogelijk chronische ontstekingen.
3. De argumenten vóór vitamine D
• Klinische studies rapporteren voordelen:
o MS: 34% minder progressie.
o Kanker: 15% minder sterfte.
o IC-patiënten: lagere mortaliteit.
• Effecten vooral zichtbaar bij ernstig tekort of ziekte, minder bij gezonde populaties.
• Mogelijke verklaring: hormetische werking (kleine dosis gif → beschermende reactie van het lichaam).
4. De wankele basis van het vitamine D-paradigma
• Vitamine D is historisch niet uit natuurlijke bronnen geïsoleerd, maar via industriële processen “gecreëerd”.
• Bloedtesten meten synthetische metabolieten, waardoor structureel een tekort lijkt te bestaan.
• Epidemiologische patronen:
o Traditionele culturen (Inuit, boerenvolkeren) hadden geen supplementen maar ook geen tekorten.
o Osteoporose en auto-immuunziekten namen juist toe ná invoering van massale verrijking.
5. Alternatieve perspectieven
• Dr. Paul Mason: vitamine D is misschien geen voedingsstof maar een marker voor zonblootstelling en metabole gezondheid (vergelijkbaar met natuurlijke zonnebrand).
• Lage vitamine D-waarden correleren mogelijk met slechte gezondheid, zonder oorzaak-gevolgrelatie.
• Glyfosaat en zaadoliën zouden natuurlijke vitamine D-synthese kunnen verstoren en zo de ‘tekort-epidemie’ veroorzaken.
6. Parallel met andere toxines
• Warfarine (ook rattengif) wordt als medicijn gebruikt, maar enkel gecontroleerd bij zieken.
• Bij vitamine D is het verschil dat het massaal en ongericht wordt toegevoegd aan voedsel en aanbevolen voor iedereen.
7. Het bedrijfsmodel
• Diagnose creëert vraag (testen die tekorten aantonen).
• Suppletie en verrijking maken ontsnappen onmogelijk.
• Bijwerkingen scheppen nieuwe markten (osteoporose-, nier- en hartmedicatie).
• Grote economische belangen (miljardenmarkten voor supplementen, testen en behandelingen).
8. Conclusie
• Er is geen eenduidig antwoord: vitamine D3 is tegelijk potentieel nuttig én gevaarlijk.
• Het werkt waarschijnlijk meer als een hormoon of farmaceutische interventie dan als voedingsstof.
• Lezers worden opgeroepen kritisch te blijven, zelf verantwoordelijkheid te nemen en zich te richten op natuurlijke strategieën: zonlicht, beweging, onbewerkte voeding.
• De kernboodschap: het conventionele verhaal over vitamine D als universeel heilzaam klopt niet; de waarheid is complexer en onzekerder.

Wanneer je lichaam fluistert, luister dan.

Dit essay is geïnspireerd door de onvergelijkbare Barbara O’Neill, wier onverschrokken lessen miljoenen mensen bewust hebben gemaakt van de intelligentie van hun eigen lichaam. Barbara

Vragen? Zoek in de kennisbank.