Groene thee verhoogt oestrogenen en vermindert depressie en slapeloosheid

Groene thee heeft een anti-oestrogeen effect in omstandigheden waarin oestrogeen te veel celgroei stimuleert zoals bij baarmoederfibromen en borstkanker., maar het kan de aanmaak van oestrogenen ook verhogen  bijvoorbeeld na de menopauze.

Vrouwen die in de menopauze een jaar lang groene thee extracten (met 1315 mg catechinen, waarvan 843 mg EGCG)  namen hadden aan het einde van de studie hogere concentraties van oestradiol in het bloed. Dit was een onverwacht testresultaat, want de onderzoekers wilden aantonen dat groen thee een anti-hormoon effect heeft en daarom afgeraden is na de menopauze. Maar EGCG kan dus juist interessant zijn voor vrouwen na de menopauze.

In een ander onderzoek werd bevestigd dat vrouwen die veel groene thee dronken een hogere oestradiolwaarden in het bloed , een lagere BMI en minder tekenen van ontstekingen hadden dan vrouwen die geen of amper groene thee dronken. Ze hadden ook aanzienlijk minder last van depressie en slapeloosheid.

Dat groene thee oestradiol verhoogt bij vrouwen die in de menopauze zitten wil niet zeggen dat het oestrogeengevoelige  aandoeningen en kankers  in de hand werkt Het beschermt juist tegen alle soorten hormonale problemen.

Groene thee heeft een gunstig effect op alle onderliggende oorzaken van chronische ontstekingen , geeft evenwicht in aanmaak en activiteit van alle soorten hormonen, remt ongewenste groei en heeft een anti-fibrotische werking.

Dagelijks groene thee drinken of groene thee extracten nemen beschermt tegen baarmoeder fibromen en PCOS, menstruatieklachten endometriose, baarmoederhalskanker en ovariakanker.

EGCG uit groene thee is een krachtig en natuurlijk alternatief oor niet-steroïde ontstekingsremmers, immuuntherapie, en epigenetische medicijnen.

Uit PlaceboNocebo november 2024

Delen:

On Key

Gerelateerde Blogs

De vitamine D-paradox: wat ze je niet vertellen over cholecalciferol

Kernidee
Het essay onderzoekt de paradox dat vitamine D3 (cholecalciferol) enerzijds wordt gepresenteerd als een essentiële voedingsstof en bewezen gezondheidsvoordelen heeft, maar anderzijds ook het werkzame bestanddeel van rattengif is en in veiligheidsdocumenten wordt geclassificeerd als dodelijk toxisch. Het doel van de tekst is deze schijnbare tegenstelling te begrijpen en de lezer aan te zetten kritisch na te denken over supplementen, voeding en gezondheidsclaims.
________________________________________
Hoofdpunten per thema
1. De paradox
• Studies tonen voordelen: minder progressie bij multiple sclerose, lagere kankersterfte, betere uitkomsten op de IC.
• Tegelijkertijd: rattengif werkt via exact dezelfde molecule (cholecalciferol).
• De auteur stelt: of dit is een extreem voorbeeld van “de dosis maakt het gif”, of er ontbreekt fundamentele kennis.
2. De zaak tegen vitamine D
• Veiligheidsinformatiebladen van farmaceuten melden: “dodelijk bij inslikken”.
• Werkingsmechanisme toxiciteit: hypercalciëmie → verkalking, nierschade, hartfalen.
• Productieproces: industrieel, vanuit lanoline (schapenwolvet) behandeld met benzeen, chloroform en bestraling.
• Bijwerkingen: ontregeling van mineralenbalans, uitputting van magnesium, mogelijk chronische ontstekingen.
3. De argumenten vóór vitamine D
• Klinische studies rapporteren voordelen:
o MS: 34% minder progressie.
o Kanker: 15% minder sterfte.
o IC-patiënten: lagere mortaliteit.
• Effecten vooral zichtbaar bij ernstig tekort of ziekte, minder bij gezonde populaties.
• Mogelijke verklaring: hormetische werking (kleine dosis gif → beschermende reactie van het lichaam).
4. De wankele basis van het vitamine D-paradigma
• Vitamine D is historisch niet uit natuurlijke bronnen geïsoleerd, maar via industriële processen “gecreëerd”.
• Bloedtesten meten synthetische metabolieten, waardoor structureel een tekort lijkt te bestaan.
• Epidemiologische patronen:
o Traditionele culturen (Inuit, boerenvolkeren) hadden geen supplementen maar ook geen tekorten.
o Osteoporose en auto-immuunziekten namen juist toe ná invoering van massale verrijking.
5. Alternatieve perspectieven
• Dr. Paul Mason: vitamine D is misschien geen voedingsstof maar een marker voor zonblootstelling en metabole gezondheid (vergelijkbaar met natuurlijke zonnebrand).
• Lage vitamine D-waarden correleren mogelijk met slechte gezondheid, zonder oorzaak-gevolgrelatie.
• Glyfosaat en zaadoliën zouden natuurlijke vitamine D-synthese kunnen verstoren en zo de ‘tekort-epidemie’ veroorzaken.
6. Parallel met andere toxines
• Warfarine (ook rattengif) wordt als medicijn gebruikt, maar enkel gecontroleerd bij zieken.
• Bij vitamine D is het verschil dat het massaal en ongericht wordt toegevoegd aan voedsel en aanbevolen voor iedereen.
7. Het bedrijfsmodel
• Diagnose creëert vraag (testen die tekorten aantonen).
• Suppletie en verrijking maken ontsnappen onmogelijk.
• Bijwerkingen scheppen nieuwe markten (osteoporose-, nier- en hartmedicatie).
• Grote economische belangen (miljardenmarkten voor supplementen, testen en behandelingen).
8. Conclusie
• Er is geen eenduidig antwoord: vitamine D3 is tegelijk potentieel nuttig én gevaarlijk.
• Het werkt waarschijnlijk meer als een hormoon of farmaceutische interventie dan als voedingsstof.
• Lezers worden opgeroepen kritisch te blijven, zelf verantwoordelijkheid te nemen en zich te richten op natuurlijke strategieën: zonlicht, beweging, onbewerkte voeding.
• De kernboodschap: het conventionele verhaal over vitamine D als universeel heilzaam klopt niet; de waarheid is complexer en onzekerder.

Wanneer je lichaam fluistert, luister dan.

Dit essay is geïnspireerd door de onvergelijkbare Barbara O’Neill, wier onverschrokken lessen miljoenen mensen bewust hebben gemaakt van de intelligentie van hun eigen lichaam. Barbara

Vragen? Zoek in de kennisbank.